Antonius Rutten, 18 jaar oud, kwam om door oorlogsgeweld bij werkzaamheden voor de zusters Franciscanessen en de Horster vluchtelingen die onderdak vonden in de kelders van het klooster op De Horst. Toon Rutten was de zoon van Hendrickus Rutten en Katharina Braam. In het dagboek van P. Kosman staat zijn noodlot beschreven: Vleesch was er in het klooster genoeg. We hadden een koe en vijf varkens geslacht. Heini (Hein van Eck, de adoptief zoon van P. Kosman) verbrand(t) zijn voet, maar dat werd een geluk voor hem. Toen moest hij zijn werk er neer leggen en nam dat werk Toon Rutten over en daags daarna komt een granaat het kookhok binnen en Toon Rutten was dood. (...) Het heeft zo'n vijf weken geduurd en moesten we de kelder uit.'s Avonds voor dat wij er uit gingen werden twee jongens door een granaat getroffen en gedood n.m. Hein Thijssen en een knecht van P. Coenen, die hebben wij nog eerst begraven in de tuin van het klooster.

Bronnen: Notitie leo Zilessen, mei 2009, in: Map oorlogsdoden, Archief Heemkundekring Groesbeek; Gelders Archief 0207A_32734, Overlijdensregister Groesbeek, Aktenummer 27; Dagboek P. Kosman, Fam. Van Eck.